Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Charbona, een van de kamerlingen, voor het aanschijn des konings [staande], zeide: Ook zie, de galg, welke Haman gemaakt heeft [23]voor Mordechai, [24]die goed voor den koning gesproken heeft, staat bij Hamans huis, vijftig ellen hoog. Toen zeide de koning: Hang hem daaraan. 23. Te weten, om hem daaraan te hangen. Dit mag wel Charbona van iemand uit Hamans huisgezin vernomen hebben, toen hij gegaan was om Haman tot het tweede banket tehalen, ziende daar deze galg opgericht. 24. Te weten, ontdekkende de samenzwering der kamerlingen tegen den koning, daar hij zeer wel aan gedaan heeft, doende daarmede den koning den grootsten dienst, dien men hem doen kon, namelijk hem zijn leven behoudende; zie boven, hfdst.2 vs.21,22.